Onze parlementsverkiezingen stellen 12.7 miljoen stemgerechtigden in staat om 150 politici voor de Tweede Kamer te selecteren. Het doel van ons proportionele systeem is de meerstemmigheid uit de samenleving te vertalen naar de politieke arena waar gedebatteerd en beleid gemaakt wordt.
Niet ieder kiesstelsel heeft dit doel. Kijk naar het Britse meerderheidssysteem waar één kandidaat het gehele district mag vertegenwoordigen. Ook de primaries van de presidentsverkiezingen in de VS werken op een vergelijkbare manier. Daarom moeten de regels voor het verkiezingsspel zó zijn ingericht dat de uiteindelijke winnaar ook daadwerkelijk de meest gewilde leider is. Anders heb je geen eerlijke verkiezingen.
De nominatie door de Republikeinen van Donald Trump is in dat opzicht vertekenend. Als Republikeinse kiezers de mogelijkheid hadden om hun kandidaten te rangschikken op hun voorkeur, zou Trump nooit hebben gewonnen. Harvard-hoogleraar Eric Maskin legt in NRC Handelsblad uit waarom: “Dat komt doordat degenen met de meeste stemmen steeds alle gedelegeerden krijgt. Bij zijn zeventien eerste overwinningen, haalde Trump geen meerderheid. In Florida haalde hij slechts ongeveer een derde van de stemmen. Hadden in dat stadium niet meerdere kandidaten meegedaan, maar één overtuigende anti-Trump-Republikein, dan had die overtuigend gewonnen.”
Een systeem waar kiezers hun favoriete kandidaat rangschikken heet het alternative vote-systeem. Wanneer geen enkele kandidaat na het tellen van de stemmen een meerderheid heeft, valt de kandidaat met de minste stemmen af. Vervolgens worden de tweede voorkeurstemmen herverdeeld (zie filmpje hieronder).
Een gevolg van het alternative vote is dat het voor kiezers meer zin heeft om hun stem uit te brengen. Zelf wanneer jouw favoriet de minste stemmen behaalt, kan je stem van doorslaggevend belang zijn om jouw minst favoriete kandidaat tegen te houden. Of dit vervolgens ook leidt tot een hogere verkiezingsopkomst, is nog niet wetenschappelijk aangetoond. Het Nederlandse systeem lijkt hier wél in te slagen: gemiddeld ligt de verkiezingsopkomst in proportionele systeem vijf tot tien procent hoger dan in meerderheidsstelsels.