The Good, the Bad, the Ugly and the Unlucky: wanneer je kijkt naar de motieven van kiezers om bij verkiezingen weg te blijven kun je onderscheid maken tussen deze vier soorten niet-stemmers. In een eerdere blog schreef ik hoe ik voor mijn scriptieonderzoek op deze indeling ben gekomen. Voor een goed publiek over de betekenis van opkomstpercentages is het van belang dat media deze verschillende motieven naar voren laten komen in hun berichtgeving. De komende tijd ga ik dieper in op de vier soorten niet-stemmers aan de hand van voorbeelden. Na the Good, deze week the Unlucky. Oftewel: kiezers die wél willen, maar niet kunnen stemmen.
Procedurele niet-stemmers in de media
Eigenlijk hebben wij als kiezer bij iedere verkiezing twee opdrachten:
- We kiezen een partij die past bij onze politieke opvattingen.
- We gaan stemmen op deze partij.
Wanneer burgers een partijkeuze maken, haalt dat niet de krant (tenzij een BN’er zich als lijstduwer beschikbaar stelt). Media berichten natuurlijk pas over hun partijkeuze van burgers als zij hun stem hebben verzilverd in het stemhokje – óf als burgers door een externe factor dit niet kunnen doen. In dat geval spreek ik in mijn onderzoek van procedurele niet-stemmers. Enkele voorbeelden:
Andere moslims beschouwen Mohammed als de laatste profeet: ieder die na zijn dood beweert dat hij een profeet is, is een godslasteraar. In feite werden de Ahmadiyya door de bepaling in de grondwet vogelvrij verklaard. Zij kunnen sinds de maatregel van Bhutto niet stemmen en geen paspoort en identiteitskaart aanvragen. (NRC Handelsblad, 5 januari 2008)
In de vijf jaar dat ze aan het bewind waren (1996-2001) hadden ze alle uitingen van ‘westerse decadentie’ in Afghanistan ten strengste verboden. Vrouwen mochten in die periode niet naar school, niet stemmen en alleen hun woning verlaten in gezelschap van hun echtgenoot. (Trouw, 28 augustus 2012)
Als kranten berichten over procedurele niet-stemmers gaat het dus vaak om bevolkingsgroepen zonder stemrecht of procedurele fouten bij verkiezingen. Impliciet framen media stemrecht als een universeel recht, een recht waar burgers in deze gevallen in worden geperkt.
Ook in Nederland duiken iedere keer wel verhalen op van gemeenten die fouten maken bij het versturen van stempassen of andere merkwaardige procedurele fouten. Wanneer we kijken naar het grote plaatje gaat het gelukkig om relatief kleine aantallen, maar toch zijn het cijfers om goed in de gaten te houden.
In verscheidene plaatsen konden inwoners gisteren niet stemmen omdat ze geen stempas hadden ontvangen. Dat heeft de Kiesraad gemeld. Het centrale stembureau kreeg hierover onder meer klachten uit Amsterdam, Zwolle en Huissen. In totaal betrof het tientallen tot honderden stemgerechtigden. (Trouw, 3 maart 2011)
Om aan de verkiezingen mee te kunnen doen, konden belangstellenden zich tot 1 februari bij het stembureau voor het buitenland in Den Haag melden. Niet iedereen die zich hier heeft opgegeven zal ook daadwerkelijk gaan stemmen. In 2012 kwam 70 procent van de opgestuurde stembiljetten terug. Deels doordat stemgerechtigden in het buitenland hun benodigde papieren te laat ontvingen, waardoor ze niet meer op tijd konden worden teruggestuurd. (NRC Handelsblad, 28 februari 2017)
Oplossingen
De overheid heeft de taak het kiezers zo makkelijk mogelijk te maken om hun stem uit te brengen – zonder dat er kan worden gefraudeerd met stembiljetten. Het aantal niet-stemmers dat om procedurele redenen geen stem kan uitbrengen, valt in Nederland op het eerste gezicht mee. Toch ligt er wel degelijk nog een uitdaging, maar daarvoor moeten we over de grens kijken. Er valt namelijk een grote winst te behalen bij de 500.000 Nederlanders in het buitenland (schatting CBS). Hiervan hebben er slechts 59.857 gestemd bij de Tweede Kamerverkiezingen. Daarmee ligt de opkomst van Nederlanders in het buitenland feitelijk op 12 procent.
D66’er Eelco Keij verzamelt op zijn website meldingen van Nederlanders die hun stembiljet niet hebben ontvangen. Volgens hem is het registratieproces voor buitenlandse kiezers vooraf te ingewikkeld en komen veel biljetten per post niet aan. Keij pleit daarom voor een digitalisering van het stemproces: kiezers zouden zelf hun stembiljet moeten kunnen uitprinten en opsturen.
Voormalig minister Plasterk heeft in 2014 overwogen een digitale stemprocedure voor Nederlanders in het buitenland mogelijk te maken. Mede vanwege de kosten en risico’s besloot het kabinet hier uiteindelijk van af te zien. “Voor het stemmen per internet is de tijd (nog) niet rijp,” schreef Plasterk in zijn brief aan de Tweede Kamer.
Gezien de vrees voor inmenging van andere landen met onze verkiezingen, zal ook het nieuwe kabinet-Rutte III geen nieuwe experimenten gaan starten met internetstemmen. Dat is jammer, maar ook te begrijpen. Toch roept het de vraag op welke andere manier het Nederlanders in het buitenland makkelijker kan worden gemaakt hun stem uit te brengen. Of moeten we ons erbij neerleggen dat het overgrote deel daar geen belangstelling voor heeft?
Afbeelding van Flickr.com, CC-licentie, Ian T McFarland
Eén gedachte over “The Unlucky: kiezers die wél willen, maar niet kunnen stemmen”