Mark Bovens: ‘Opkomstplicht kan meritocratie terugdringen’

Mark Bovens tijdens de presentatie van de bundel 'Meritocratie, op weg naar een nieuwe klassensamenleving?'

Te veel meritocratie versterkt en legitimeert de positie van hoogopgeleiden in de samenleving. Dat is onwenselijk, stelt hoogleraar bestuurskunde Mark Boves: aanleg is even arbitrair als afkomst. Bij de presentatie van de bundel Meritocratie. Op weg naar een nieuwe klassensamenleving?  noemde hij de meritocratie daarom ‘een pover samenlevingsideaal’. De perfecte meritocratie gaat immers uit van een the winner takes it all-principe. Maar: het leven is geen wedstrijd waar degenen met de beste opleiding automatisch recht heeft op het hoogste salaris, de beste woonplaats en de meest invloedrijke posities in de maatschappij.

Meerstemmigheid laten klinken

De meritocratie heeft veel goede kanten, erkent Bovens: op een ministerie of in de wetenschap is het volkomen logisch dat degenen met de hoogste opleiding de belangrijkste keuzes maken. Maar de Tweede Kamer neemt niet alleen besluiten, het vervult (ook) een rol als volksvertegenwoordiger. Zoals ik eerder schreef, betekent dit dat politici over onderwerpen op de politieke agenda de meerstemmigheid uit de samenleving moeten laten doorklinken. Alleen op die manier horen we zowel de stem hoger- als lageropgeleiden in het publiek debat.

Wanneer alle Kamerleden een universitair diploma hebben, ontstaan er ‘scheve agenda’s’. Politieke partijen slagen er vervolgens niet goed in de diverse meningen in de samenleving te articuleren naar de politieke arena. In de tijden Verzuiling hadden partijen nog veel sterker hun wortels in de samenleving. Momenteel is er volgens Bovens sprake van gescheiden werelden tussen hoger- en lageropgeleiden. Hierdoor weten politieke partijen veel minder goed wat er in de gehele samenleving leeft.

Opkomstplicht

Wat moet er veranderen om het ’te veel’ aan meritocratie terug te dringen? Daarvoor zou een opkomstplicht een uitkomst zijn, denkt Bovens. Lageropgeleiden gaan minder vaak stemmen. Maar wanneer iedereen de gang naar de stembus moet maken, hebben politieke partijen een incentive om meer lageropgeleiden op hun kieslijst te zetten. Meer mensen in de Tweede Kamer met een mbo-diploma/lager inkomen leidt tot meer gelijke uitkomsten in het beleid. Dus: gelijke bestaanszekerheid op de arbeids- en woningmarkt.

Bij deze redenering valt wel een kanttekening bij te plaatsen. Een opkomstplicht leidt waarschijnlijk tot meer stemmen voor partijen, maar niet automatisch tot een geïnformeerde keuze van kiezers. Als een voormalige niet-stemmer wist welke kandidaat hem/haar het beste zou kunnen vertegenwoordigen, had hij/zij vermoedelijk wél een stem uitgebracht. Juist een geïnformeerde keuze van de kiezer maakt een stem op een volksvertegenwoordiger waardevol. Alleen dan neemt de Tweede Kamer besluiten die kunnen rekenen op draagvlak in de samenleving.

Vroegselectie

De bundel Meritocratie, op weg naar een nieuwe klassensamenleving? die maandag door Paul de Beer (hoogleraar arbeidsverhoudingen) werd uitgereikt aan minister Bussemaker, onderzoekt in in welke opzichten Nederland geen meritocratie is. Veel Nederlanders denken dat hun plek in de samenleving wordt bepaald door hun prestaties en niet door afkomst. Van die gedachte blijft weinig overeind. De Beer: “Ja, we zijn op weg naar een nieuwe klassensamenleving.” Het mechanisme loopt nu via onderwijs en niet meer rechtstreeks via het werk van ouders. Onder andere door vroegselectie (kinderen komen al op twaalfjarige leeftijd terecht in een koker mavo, havo of vwo en kunnen hier niet meer uit) haalt het Nederlandse onderwijs niet alles uit de talenten van leerlingen.

Geef een reactie

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *

Deze site gebruikt Akismet om spam te verminderen. Bekijk hoe je reactie-gegevens worden verwerkt.