Het einde van de lockdown in januari lijkt nog ver weg. Dat geldt al helemaal voor maart 2021 wanneer de Tweede Kamerverkiezingen worden gehouden. Toch wordt ook in de aanloop naar de campagne de impact van het coronavirus steeds zichtbaarder. Kijk alleen al naar het nieuws van afgelopen week. Hugo de Jonge trok zich terug als lijsttrekker van het CDA. Naar eigen zeggen kon hij deze functie niet langer combineren met zijn werkzaamheden als ‘corona-minister’. Vermoedelijk speelt mee dat het CDA onder De Jonge er simpelweg niet in slaagt kiezers van de VVD weg te trekken.
Of neem de publieke belangstelling voor de corona-persconferenties. Waar de legendarische voetbalwedstrijd Real Madrid – Ajax in 2019 ‘slechts’ 2.8 miljoen aan de buis gekluisterd hield, kon een doorsnee persconferentie van afgelopen dinsdag rekenen op 5.5 miljoen kijkers. Het illustreert hoe zeer het kabinet vol in de schijnwerpers staat. Het lijkt daarmee onvermijdelijk dat kiezers in maart partijen gaan afrekenen op hun standpunten en maatregelen over corona. Wat voor invloed gaat corona daarom hebben op de verkiezingscampagne en daarmee op de kiezersopkomst op 17 maart volgend jaar?
Campagne over communicatie van partijen en kabinet
Van de Instagramposts van minister Kaag tot de interne conflicten bij de SP en Forum voor Democratie: het is voor media erg verleidelijk om alleen stil te staan bij relletjes en de manier waarop politici communiceren en campagne voeren.
Dat was precies wat aanvankelijk gebeurde in de campagne voor de Tweede Kamerverkiezingen van 2017 . Een groot deel van de mediaberichtgeving ging over de vorm van de campagne – zoals het één op één-debat tussen Rutte en Wilders – en de vraag wie de grootste partij werd. Toch kwam de opkomst uiteindelijk op 81.57%, de hoogste opkomst in dertig jaar tijd. Politicologen hadden moeite om daar een verklaring voor te vinden. Kees Aarts, hoogleraar Politieke Instituties en Gedrag aan de Rijksuniversiteit Groningen, noemde de diplomatieke rel met Turkije als verklaring. “Die zette het politieke bewustzijn van het hele electoraat op scherp.” In die zin was dat een zegen. “Er was onder kiezers veel onvrede over het gebrek aan inhoud en de veelheid aan partijen”, aldus Aarts. De opkomst had dus veel lager kunnen uitvallen.
Uit 2017: uitroeptekens maken deze verkiezingen onnavolgbaar
Campagne laat belang van politiek zien
Over de campagne van de komende verkiezingen valt nog weinig te zeggen. Wel springt in het oog dat een opvallend deel van de kritiek op het coronabeleid zich telkens richt op de communicatie van de maatregelen. Zo hekelde Rob Jetten (D66) vorige week dat het ‘perspectief voor de horeca ontbreekt’. Die klacht over het gebrek aan perspectief zul je met de afkondiging van de volledige lockdown waarschijnlijk nog veel vaker horen.
Toch is het de vraag in hoeverre de campagne gaat over de communicatie van het kabinet tijdens de coronacrisis. Zelfs met een onduidelijke campagne lijkt de coronacrisis het politieke bewustzijn van de Nederlandse kiezer op scherp te hebben gezet. Het is logischer een debat te voeren over de vraag of premier Rutte het land door de crisis heeft geleid – of dat de maatregelen te streng/te soepel waren.
Tegelijkertijd kun je je afvragen of kiezers in maart 2021 inmiddels niet alleen ‘coronamoe’ zijn van alle maatregelen, maar ook van een campagne daarover. Zeker als een vaccin gereed is.
Cynisme over verkiezingsbeloften remt opkomst nauwelijks
Welke partij kan perspectief voor Nederland ná corona bieden? Dat belooft misschien de meest interessante vraag voor de campagne te worden. Zeker nu zelfs het Centraal Planbureau zegt dat de overheid de lasten voor de burger jaarlijks met 15 miljard euro kan verlagen, lijken bezuinigen voorlopig van de baan. Ondanks de oplopende staatsschuld.
Zo’n positieve campagne met grote beloften van partijen – denk aan het 10.000 euro-startkapitaalplan van GroenLinks – kan mensen cynisch maken. Opvallend genoeg wegen de meeste kiezers al mee dat politici meer beloven dan ze kunnen waarmaken. Slechts 7% van de Nederlandse kiezers was het in 2017 eens met de stelling dat politici zich houden aan hun beloften. 55% was het oneens (NKO 2017). Stemmers (54%) en niet-stemmers (56%) verschillen ook nauwelijks van mening hierover. Niet-stemmers zijn eerder ‘onverschillig’ dan ‘cynisch’, onder andere omdat er via social media zoveel andere mogelijkheden zijn om systematische onvrede over ‘de politiek’ te uiten, aldus de onderzoekers van het NKO.
Ook dat belooft veel goeds voor de kiezersopkomst in maart volgend jaar.