Wat is de overeenkomst tussen Bernie Sanders en Donald Trump? Beide presidentskandidaten weten in de Amerikaanse voorverkiezingen verstokte thuisblijvers naar de stembus te mobiliseren. Bekijk de onderstaande grafiek:
Cijfers van PEW Research Center – bijgewerkt tot en met maart 2016.
Als de huidige trend doorzet, lijken de Amerikaanse primaries dus één van de populairste van de afgelopen decennia te worden. In 2008 leidde de tweestrijd tussen Barack Obama en Hillary Clinton al tot een hoge opkomst bij de voorverkiezingen van de Democraten. Dit jaar is de invloed van de tweestrijd bij de Democraten op het totaalplaatje minder groot. Ook al heeft Sanders nog niet de handdoek in de ring gegooid, Clinton heeft dankzij de steun van de superdelegates de strijd eigenlijk al in haar voordeel beslist.
Echt opvallend zijn de cijfers bij de Republikeinen. Daar kwamen de opkomstcijfers sinds 1980 maar af en toe boven de tien procent. Dat is dit jaar wel anders. Neem de swingstate Ohio: in 2008 brachten 1.1 miljoen Republikeinen hun stem uit. Dit jaar zijn het er twee miljoen.
Dankzij Trump heeft de Republikeinse kiezer écht iets te kiezen. Amerikanist Koen Petersen schreef hierover in de Volkskrant: “Zijn koppositie bij de Republikeinse voorverkiezingen etaleert de kloof tussen kiezers en partijtijgers. Die kiezers voelen zich verwaarloosd en verwerpen standpunten van het partijestablishment. Inmiddels schuwen zij de ruwe aanpak niet en eisen zij dat de overheid stevig optreedt tegen illegalen en immigranten, vrijhandel aan banden legt, bondgenoten de rekening stuurt voor Amerikaanse militaire bescherming – en onderwijs, werkgelegenheid, sociale zekerheid en pensioenen beschermt. Als spreekbuis van deze afgehaakte kiezers heeft Trump ze in beweging gekregen.”
De kernvraag blijft: leidt een hogere opkomst werkelijk tot een vruchtbaar democratisch debat met beter geïnformeerde kiezers? Daar lijkt het bij de Republikeinen niet op.