Corona bepaalt niet alleen de campagne en hoe partijen zich van elkaar positioneren. Ook is het de vraag of met name oudere kiezers eerder thuis blijven omdat zij niet naar het stembureau durven. In dat opzicht is het interessant om te zien dat bij de afgelopen herindelingsverkiezingen de opkomst niet lager dan anders uitviel en schommelde tussen 44 tot 51 procent (een gemiddelde is nog niet beschikbaar). Dat meldde minister Ollongren (Binnenlandse Zaken) recent aan de Tweede Kamer. Bij de herindelingsverkiezingen van 2018
De opkomst is goed vergelijkbaar met de vorige (pre-corona) herindelingsverkiezingen: in 2018 lag de opkomst volgens de Kiesraad op 46.29 procent. Er moet wel een kleine slag om de arm worden gehouden. De herindelingsverkiezingen werden gehouden in zeven relatief kleine gemeenten in Noord-Brabant en Groningen. Denk aan plaatsen als Appingedam (11.500 inwoners), Oisterwijk (20.000 inwoners) en Vught (26.400 inwoners). Deze gemeenten zijn dus niet representatief voor de opkomst in bijvoorbeeld grote steden. Bovendien vonden deze herindelingsverkiezingen plaats op 18 november. Toen lag het aantal coronabesmettingen in de tweede golf op een dieptepunt lag (circa 4.600 besmettingen per dag).
Met ook de recente Amerikaanse presidentsverkiezingen in het achterhoofd (opkomst van 66.7 procent, de hoogste sinds de Tweede Wereldoorlog), is er vooralsnog geen bewijs dat corona een negatieve invloed heeft op de kiezersopkomst.